Meerwaarde creëren voor studenten en tegelijkertijd slaagkansen verhogen
In Bedrijfsmanagement lukte het om voor Engels in het tweede jaar de slaagkans te verhogen van 55% tot 88% en dat zonder de lat lager te leggen. De cesuur lag zoals altijd op 80% correctheid van de moeilijkheden. Tegelijkertijd werd er voor de studenten een duidelijke meerwaarde gecreëerd: er waren verschillende mogelijkheden om de leerstof te verwerken en het eigen tempo te bepalen.
De aanpak die hieronder beschreven wordt, speelt zich af in volle coronacrisis. Dat was voor studenten én docenten een stresserend tijd. Voor Engels 2 was er al voor de start van de lockdown een grote digitale component. Dat was in dit verhaal ongetwijfeld een voordeel. Ook de evaluatie moest omgeturnd worden naar een variant op afstand. Maar wat waren nu de cruciale factoren in de aanpak van Engels 2?
Een effectieve cocktail van instrumenten
Toen studenten achteraf werden bevraagd, bleek vooral de combinatie van instrumenten een effectieve cocktail gecreëerd te hebben. In eerste instantie konden ze gebruik maken van kennisclips over de belangrijke topics. Er waren clips over de Engels grammatica, maar ook over meeting reports schrijven, marktgegevens analyseren en hoe de conclusies uit die analyse overbrengen. Studenten konden die kennisclips op hun eigen ritme bekijken en verwerken en er achteraf ook naar teruggrijpen als uit de oefeningen bijvoorbeeld bleek dat ze een topic nog niet helemaal onder de knie hadden.
Daarnaast konden studenten oefenen via quizzen op Toledo en Quizlet. De doelstelling was dat ze de oefeningen konden maken met een maximum van 10% woordenschat- en grammaticafouten. Op die manier hadden ze 10% buffer voor de test waar de norm op 80% correctheid lag. Studenten konden zoveel oefenen als ze wilden.
Een belangrijke aanpassing in de aanpak was hier het aanbieden van hints. Vaak geven we die mee bij onze feedback. “Nee, dit antwoord is fout. Denk aan … Zo kan je het beter onthouden.” Bij deze oefenreeksen kregen de studenten die hints bij de vraag al mee. De oefening werd op die manier misschien gemakkelijker, maar studenten onthielden de leerstof veel beter. En dat is uiteindelijk de bedoeling: échte verankering.
Be your own manager
‘Be your own manager’ was het motto. In een opleiding bedrijfsmanagement geen toevallig gekozen term! Zowel in de lessen als in de communicatie op Toledo werd dat regelmatig herhaald: je moet je traject zelf in handen nemen. Op Toledo kregen studenten na de oefeningen hun score, bij quizlet moesten ze zelf noteren waar hun aandachtspunten zaten. Zo moesten ze zelf zorgen dat ze de norm behaalden. Opmerking hierbij is wel dat deze aanpak bij tweedejaars veel beter lukt dan bij eerstejaars. Zoals we wel weten vraagt zelfmanagement heel wat vaardigheden van studenten. Deze aanpak vraagt eigenlijk jaren om ermee vertrouwd te raken.
Ondersteuning waar nodig
Natuurlijk werd er ook gecommuniceerd dat er ondersteuning zou zijn waar nodig. Studenten konden bij de docent terecht voor vragen. Maar eigenlijk waren die er weinig. De beschikbaarheid van de kennisclips heeft hier een duidelijke rol gespeeld. Studenten konden ernaar teruggrijpen als ze ergens vast liepen. Ze vonden het een meerwaarde om zelf hun leersnelheid te bepalen en het leren in hun eigen agenda te kunnen inplannen.
De docent volgde daarnaast ook op waar studenten vooral fouten maakten. Hij paste zijn lessen daaraan aan. De scores op de oefeningenreeksen op Toledo zorgden hier voor de nodige input. Jammer genoeg is dat nog altijd handmatig werk: één voor één de resultaten van studenten bekijken. In grote groepen is dat een tijdrovende bezigheid. Ook in het kader van gedifferentieerd lesgeven, zou er dringend werk gemaakt moeten worden van softwareontwikkeling die dit proces vergemakkelijkt. De statistieken zouden automatisch gegenereerd moeten worden. De docent moet dan nog interpreteren en zijn lessen bijsturen waar nodig.
Een flexibel toetsmoment
Tot slot is het precieze moment van de toetsing een bepalende factor geweest. Studenten konden intekenen voor de grote afsluitende toets binnen een venster van 14 dagen. Op die manier konden ze hun toetsmoment beter inpassen en eventueel verzetten als elders nog plaats was. Vele studenten hebben een flexibel traject. De ene heeft meer tijd nodig voor OPO X daar waar de andere dat sneller onder de knie heeft.
Studenten schreven in via Tolinto en konden hun inschrijving aanpassen tot 24u voor de toets. Ze konden daarnaast hun voorkeur qua uur uitspreken. Het tijdsblok van 11u tot 13u en de vroege namiddag waren de meest populaire blokken. Dat is geen verrassing! Het inzicht dat jongeren op dat moment het beste presteren is er al langer. De test ging via Teams door en was mondeling. Daardoor kon er flexibel ingespeeld worden op die voorkeuren van de studenten.
Wat met de werklast?
Was het meer werk? Ja, zeker het online testmoment vroeg veel meer tijd. Ook het ontwikkelen van het materiaal was een investering, maar wel een die het volgende academiejaar rendeert. De aanpak vroeg ook meer flexibiliteit van de docent, opnieuw vooral voor het testmoment. Het thuiswerk tijdens het tweede semester van AJ1920 zorgde hier natuurlijk voor een opportuniteit. Er stond dan wel een minder intensieve tweede zittijd tegenover omdat meer studenten geslaagd waren. En vooral dat laatste was de échte compensatie: zien dat de studenten hun weg gevonden hadden in het traject, gegroeid waren en met meer over de lat geraakt waren, zorgde voor meer arbeidsplezier.
Handelswetenschappen en bedrijfskunde – Marketing – Engels 2 – Bruno Coessens