Hoe ‘lui, dom en oppervlakkig’ zijn soms de beste resultaten oplevert.

Hoe zorg je ervoor dat elke student zich betrokken voelt bij een opleidingsonderdeel? Een collega vertelt hoe zij het doet.

Situering van het OPO

‘Mentorenopleiding’ in het derde jaar medische beeldvorming. De derdejaars studenten krijgen 12 uur werkcollege als voorbereiding op de rol van mentor later in het werkveld.

Hoe zorg je ervoor dat elke student zich betrokken voelt?

  1. Verwelkomen wat er leeft

Niet elke student is gemotiveerd om later de rol van stagementor op zich te nemen. Sommige studenten zullen nog verder studeren, of zien zich die rol pas opnemen na enkele jaren ervaring in het werkveld. Andere studenten willen erg graag de rol van mentorschap opnemen. Ik luister naar hun perspectieven, naar wat zij uitdagend of lastig zouden vinden aan mentorschap. Ik houd mezelf in om de expert te spelen, omdat ik hen het belang wil illustreren van een veilig klimaat. Ik wacht eerst af en geef aandacht aan hun verwachtingen en vrees ten aanzien van dit opleidingsonderdeel.

  1. Betekenis geven aan de lessen

Ik probeer hen niet te motiveren in de zin van ‘komaan jongens, toon eens enthousiasme’, maar ik start bij de positieve verhalen die ik hoorde van alumni die de rol van mentor opnamen.

De derdejaars staan op het punt om het werkveld in te stappen en hebben daar de nodige vrees voor. Dat is waar ik hen bereik. Ik wens iedere student toe dat ze op een plek terecht komen waarin ze zich erkend weten, waar ze hun bijdrage kunnen doen op een manier die bij hen past zodat ze met gezond gedoseerde energie goeie resultaten boeken. Ik wens ze dat ze elke dag gemotiveerd aan de slag mogen gaan en geef uitleg bij de vitamines van motivatie: autonomie, verbondenheid en competentie. Ik benoem het belang van de ‘juiste context’ om te kunnen floreren. En dit is niet anders als student, beginnende of doorwinterde technoloog.

Kunnen motiveren van onszelf en anderen is iets waar we allen baat bij hebben. Ook studenten die geen mentorrol zullen opnemen, worden uitgenodigd om stil te staan bij hoe zij levenslang willen leren. De vaardigheden die we belangrijk achten voor de mentor (verwelkomen, feedbackgesprekken voeren, betrokken confronteren … iemand uitdagen om zijn beste zelf te zijn, er samen een fijne, interessante, nuttige tijd van maken… ) kunnen je van pas komen in elk contact.

Ik zoek zoveel mogelijk aansluiting bij waar zij zich op dat moment bevinden, ‘what is –right then- at stake for them.’

  1. Waarderen van hun leerervaringen

Ik heb het voordeel dat ik deze studenten al twee jaar communicatie heb mogen geven, van sommige de TACO-coach ben, en hen ook hoorde vertellen tijdens stageterugkommomenten. Daardoor kan ik de theorie die ik breng over coaching beperken en vooral stilstaan bij de basis van een ‘ondersteunende, motiverende begeleider’.

Ik positioneer mij vooral als ‘mede-lerende’: binnenkort is het aan jullie, en ik ben erg benieuwd hoe jullie het werkveld tot ‘een betere wereld’ zullen maken. Elke student is een evaringsdeskundige op het vlak van ‘begeleiding krijgen’ en wordt alsdusdanig erkend en beluisterd: wie en wat heeft je leren gestimuleerd/afgeremd?

Ik typeer de grote verschillen tussen de studenten en geef aan dat er naast een paar objectieve do’s en don’ts als mentor, vooral ook veel bereidheid nodig is om levenslang te leren. Mentor zijn leer je gaandeweg. Ze mogen helemaal zichzelf blijven: er is niet één goede manier van mentor zijn. Mentor zijn betekent vooral dat je –samen met anderen- wil blijven leren.

  1. Samen aan de slag

We pakken de werkcolleges actief aan. Ik ken de studenten en haal hen uit hun comfortzone. Ik leer ze bijvoorbeeld de 4-stappendans van het oplossingsgericht begeleiden en geef ze visualisatie-oefeningen.

De studenten krijgen tijd om in kleine groepjes gesprekken uit te proberen en om tussentijds, in de les, ook al stil te staan en een individueel profiel met coach-quotes en levensspreuken op te stellen. We bekijken talentenfilmpjes en toetsen onze visie eraan af. We houden positieve roddelsessie over de relevante kwaliteiten die ze in de voorbije 3 jaar bij elkaar gespot hebben. Waar mogelijk, laat ik studenten met tegengestelde kwaliteiten samenwerken, zodat ze meer zicht krijgen op de motieven van gedrag: een perfectionistische student met een gemakzuchtige, een onzekere met een ambitieuze student, een student die focust op het verwerven van technische vaardigheden tijdens de stage met een student die patiëntgerichte zorg belichaamt,…

De studenten komen per 4 op examengesprek. Ze schrijven op voorhand een aanbevelingsbrief voor één van hun medestudenten en komen deze in eigen woorden toelichten. Ze vertellen hoe ze hun medestudent later zien functioneren als mentor. Hierbij illusteren ze de essentiële vaardigheden die we verwachten van mentoren: realistisch-positief feedback geven op een manier die stimulerend werkt, vertrekkend vanuit een eigen visie op goed mentorschap (feed-up) en met concrete tips voor de toekomst (feedforward).

Take away message:

Door studenten zelf materiaal actief te laten verwerken (lui zijn), hen oprecht nieuwsgierig te vragen wat zij al ervaarden in het werkveld (dom zijn) en ons te focussen op concrete vaardigheden (oppervlakkig zijn) stijgt hun motivatie en betrokkenheid.

 

Studiegebied gezondheidszorg- Medische beeldvorming- Mentorenopleiding

Iris De Coster

Meer?

Motivatie om te leren: wat hebben 5 toonaangevende theorieën gemeenschappelijk?