Leergroepen in nieuwe curriculum verpleegkunde
Situatieschets:
- studenten eerste opleidingsfase- OPO 1 Start 2 Nurse
- november: 12 studenten in de leergroep + één docent
Beginsituatie
- Studenten zijn reeds in de zevende week en zijn ondertussen de manier van werken in de leergroep gewoon.
- 8 studenten die voor het eerst een bacheloropleiding starten, 4 studenten die reeds één / twee jaren een andere studie doorliepen, twee ervan met reeds een bachelordiploma op zak, één ervan gecombineerd met 4 jaar werkervaring, verschillende moedertalen, verschillende ervaringen met ziektes,…
Rollen: studenten hebben de vorige leergroepsessie de rollen verdeeld: gespreksleider, gespreksondersteuner (neemt notities op het bord), verslaggever en tijdsbewaker.
Tijdens de leergroep wordt een nieuwe casus voorgelegd waar studenten de zevensprong op toepassen. Studenten doorlopen tijdens deze sessie van twee uur de eerste 4 stappen. De manier van werken staat voor hen uitgeschreven in het MethOdeboek van de opleiding bachelor in de verpleegkunde.
Stap 1: Verduidelijken van de tekst en verhelderen van onduidelijke termen en begrippen.
De studenten lazen de casus reeds thuis maar kregen nog even tijd om zich voor te bereiden op deze stap. Bij elke casus worden de DLR’s en kerndoelen geformuleerd. (Het hele OPO wordt ondersteund met een LabOek met daarin casussen, DLR’s, opdrachten, ondersteunende stappenplannen.)
Alle begrippen die de studenten onduidelijk vinden of verheldering nodig hebben worden door de gespreksondersteuner op bord geschreven: pnuemologie, colonkanker, virale pneumonie, stomazorg, Lisinopril, Candesartan,…
Stap 2: definiëren van het probleem
Studenten trachten uit te klaren wat de essentie is van de casus. Ze denken hierbij na over hiaten in hun kennis en kunde en komen hierbij tot een kernachtige formulering van de verschillende problemen die ze in functie van deze casus dienen op te lossen. Ze komen tot verschillende vragen:
- Wat is colonkanker? Hoe ontstaat het? Wat zijn de gevolgen? Wanneer word je genezen verklaard?
- Hoe voelt de patiënt zich? Sociaal en psychisch? Welbevinding en beleving?
- Hoe moet je stomazorg uitvoeren?
- Wat is het verschil tussen virale en bacteriële pneumonie?
- Waarvoor dienen de omschreven medicatie? Bijwerkingen?
- …
Studenten zorgen er samen voor dat de stappen goed doorlopen worden:
- De gespreksleider sloeg een stap van het stappenplan over en wordt onmiddellijk bijgestuurd.
- De gespreksondersteuner maakt heel sterk de link tussen stap 1 en stap 2. Ze zorgt ervoor dat alle begrippen die verduidelijking nodig hebben meegenomen worden in stap 2.
Stap 3 en 4: brainstormend het probleem analyseren (3) en toetsen en systematisch ordenen en bespreken (4).
De gespreksleider kiest ervoor om stap 3 en 4 samen te nemen, met toestemming van de andere studenten.
In deze stap wordt de voorkennis van de studenten geactiveerd. De groepsleden delen wat ze (menen te) weten van het probleem. Al deze voorkennis wordt gestructureerd aan bord gebracht en in vraag gesteld (Zijn we zeker? Moeten we dit niet verder onderzoeken?)
Studenten hebben heel wat voorkennis: iemand heeft net een virale longonsteking gehad, iemand anders heeft een familielid dat behandeld wordt rond colonkanker, iemand heeft astma, iemand deed al stage in een ziekenhuis en werkte met hemoculturen (om zuurstof te controleren in het bloed), iemand volgde met veel aandacht een hoorcollege rond farma en maakte daarvan een mooie samenvatting,…
De studenten brengen in wat ze weten over de verschillende problemen die ze gedefinieerd hebben, vertellen waarvan ze zeker zijn, wat ze niet zeker weten of graag nog meer onderzocht/onderbouwd zien. De uitwisseling brengt ook nieuwe probleemdefiniëringen met zich mee.
Tegelijk wordt er ook aan taalontwikkeling gedaan. Niet alle begrippen zijn meteen duidelijk/gekend en deze worden dan met handen en voeten aan elkaar uitgelegd. Eén voorbeeld: een student wist niet wat een abces was. Studenten leggen haar uit dat het ontsteking was, dat je het vaak ziet aan tanden, dat het tandvlees dan rood kleurt,…
De docent komt in deze stap af en toe tussen:
- Indien ze merkt dat iets nog verder onderzocht moet worden (bijv. wanneer studenten iets voor juist aannemen wat toch niet helemaal correct is), vraagt ze dit.
- Indien ze merkt dat niet iedereen het helemaal begrepen heeft: ‘Er werd net gesproken over CT-scan: is voor iedereen duidelijk wat dit is, hoe dit gebruikt wordt,…? Of vraagt dit meer onderzoek?’
- Wanneer ze merkt dat studenten stappen overslaan: ‘Jullie spreken nu over de gevolgen van chemotherapie: weten jullie voldoende wat dit is, welke soorten er bestaan? Dit is interessant om te bekijken voor je spreekt over de gevolgen.’
- Een student geeft aan dat ze na 2 hoorcolleges nog steeds niet goed begrepen heeft wat een bepaalde leerinhoud precies betekent: ze herinnert de student eraan dat er in namiddag individueel spreekuur is en dat ze met deze vraag kan langsgaan bij een vakspecialist.
Studenten kunnen op basis van de casus hoorcolleges aanvragen. Ze besluiten dat ze heel graag een hoorcollege zouden willen rond kanker. Het topic leeft heel sterk in deze groep en ze hebben er veel vragen bij. De docent geeft deze vraag door aan collega’s die later een hoorcollege kunnen organiseren.
De studenten doorliepen bovenstaande stappen in een tijdsspanne van twee uur. Ze bereiden zich voor op de volgende leergroep door de rollen om het gesprek te leiden te verdelen en een evaluatie te doen van deze leergroep. Ze besluiten volgende leergroep de leerdoelen te formuleren en te verdelen (stap 5) voor ze overgaan naar zelfstudie (stap 6). In een derde leergroep (ook nog deze week georganiseerd) volgt stap 7: nabespreking: verslag uitbrengen en synthetiseren en testen van de nieuwe informatie.
Het weekschema van deze week ziet er als volgt uit.
Ma | Di | Woe | Do | Vrij |
wapenstilstand | werkcollege | Begeleid oefenen (BOEF) | leergroep | leergroep |
Leergroep (omschreven in dit bericht) | werkcollege | zelfstudie | Zelfstandig oefenen (ZOEF) | |
Nest (1 Grow 2 Nurse) | Individueel spreekuur | zelfstudie | Conceptmap maken | |
Individueel spreekuur | Individueel spreekuur | ZOEF |
Waarin ligt de differentiatie in deze besproken manier van werken?
De casus is geformuleerd op hoog niveau, duidelijk gekoppeld aan de DLR’s en kerndoelen. Er zijn dus hoge verwachtingen voor iedereen, de differentiatie ligt hen in de ondersteuning die studenten kunnen krijgen om dit doel te bereiken:
- De leergroepen zijn heterogeen samengesteld qua leerstatus (De groepssamenstelling verandert wanneer het OPO verandert: 4 keer per academiejaar). Studenten ondersteunen elkaar zo ver ze kunnen.
- Er wordt individueel spreekuur georganiseerd voor wie het nodig heeft: studenten kunnen hier zelf op intekenen of op aanraden van de docent/medestudent.
- Studenten kunnen hoorcolleges en werkcolleges aanvragen die aansluiten bij hun interesses/leerstatus.
- Er wordt begeleide en zelfstandige oefentijd (steeds is er een docent aanwezig) voorzien waarin studenten verpleegkundige interventies kunnen inoefenen en feedback kunnen krijgen.
- Studenten worden ondersteund in het goed bronnenonderzoek doen (door docenten, door goed gekozen leermaterialen en door elkaar).
Studenten kunnen ook wel wat keuzes maken wat betreft interesses: ze formuleren leerdoelen en kiezen zelf de topics uit waar ze meer diepgaand onderzoek willen rond doen. Zoals eerder vermeld vragen ze hoorcolleges aan op basis van de topics die ze graag behandeld willen zien.
Gezondheidszorg- Verpleegkunde – 1 Start 2 Nurse
Elise Vanhoucke
Meer?
- Het nieuwe OOF-project gaat dit jaar over leergroepen. Wil je graag meer info, neem dan contact op met Nele De Ganseman. Via deze link en deze link vind je hierover meer informatie.